-
1 rol
I 〈de〉2 [opgerolde hoeveelheid van iets] roll; 〈 hol〉 cylinder; 〈 stof〉 bolt; 〈touw enz.〉 coil; 〈 perkament〉 scroll; 〈 camera〉 reel, spool6 [individueel gedrag in een sociale omgeving] role7 [functie] role♦voorbeelden:zijn rol instuderen • learn one's parteen rol beschuit • a packet of rusks3 de rol van een schrijfmachine/pianola • the roller of a typewriter, the cylinder of a pianolade zaak staat op de rol • the case is down for a hearing7 wat is zijn rol in die zaak? • where does he come into this?geld speelt geen rol • money is no objectII 〈 de (mannelijk)〉1 [handeling van het rollen] rolling2 [manier van zingen] trill(ing)♦voorbeelden: -
2 dezerzijds
adv. on one's part -
3 bijdragen
♦voorbeelden:1 zijn steentje/het zijne bijdragen • do one's part/shareik wil gaarne iets bijdragen • I would like to contributeveel/in hoge mate bijdragen tot • contribute/add greatly to -
4 het honderdste deel
het honderdste deelthe (one) hundredth part, a hundredthVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het honderdste deel
-
5 honderdste
♦voorbeelden:1 het honderdste deel • the (one) hundredth part, a hundredthik probeer het nu al voor de honderdste maal • I've tried it a hundred times -
6 zijn rol instuderen
zijn rol instuderenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn rol instuderen
-
7 zijn steentje/het zijne bijdragen
zijn steentje/het zijne bijdragendo one's part/shareVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn steentje/het zijne bijdragen
-
8 deel
I 〈 het〉2 [aandeel] share3 [boekdeel] volume♦voorbeelden:één deel zwavel op één deel salpeter • one part (of) sulphur to one part (of) saltpetrede edele delen • the vital partsvoor een groot deel • to a great extentvoor het grootste deel • for the most parteen hoorspel in zeven delen • a seven-part radio playsonate in drie delen • a sonata in three movementsten dele • partly, in partdeel aan iets hebben • have a share in somethingzijn deel inbrengen • do one's fair shareelk zijn deel • to each his ownpart noch deel aan iets hebben • have no share in somethinghet viel hem ten deel • it fell to himII 〈de〉1 [planken vloer] wooden floor3 [dorsvloer] threshing-floor -
9 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
10 kant
1 [weefsel] lace4 [grensvlak van een lichaam] side ⇒ face, surface, 〈 figuurlijk〉 aspect, 〈 figuurlijk〉 facet, 〈 figuurlijk〉 angle, 〈 figuurlijk〉 view6 [plaats waar twee vlakken samenkomen] edge7 [richting] way, direction8 [plaatsbepaling met betrekking tot een scheidslijn; helft van het lichaam] side9 [deel/uiteinde van een gebied/lichaam] side, end10 [partij, kamp] side, part(y)♦voorbeelden:gekloste kant • bobbin laceopengewerkte kant • openwork laceaan de kant ! • step aside!aan de kant gaan rijden • pull inaan de kant gaan staan • stand/step asidezijn auto aan de kant zetten • pull up/over〈 figuurlijk〉 iemand aan de kant zetten • push someone out; 〈 informeel〉 give someone the push/shoveaan de kant van de weg • at the side of the road, by the roadsidelangs de kant blijven staan • stay on the sideline(s)het schip ligt aan/voor de kant • the ship is moored/berthednaar de kant komen • swim ashoreop de kant klimmen • climb ashoreiemand van de kant afduwen • push someone inzich van zijn goede kant laten zien • show one's good sidede goede kant van een zaak • the positive side of somethingiemands sterke/zwakke kanten • someone's strong/weak pointsde vlakke kant van een plank • the face of a plank〈 figuurlijk〉 aan de ene kant wel, aan de andere kant niet • on the one hand yes, on the other (hand), no; yes and nodeze kant boven • this side upiets op zijn kant zetten • put something on its sidehet gaat met hem de verkeerde kant op • he's going to the bad; 〈 bij ziekte〉 he's taken a turn for the worsedeze kant op, alstublieft • this way, pleasedat is de kant van Haarlem op • that's out towards Haarlem, that's out Haarlem wayvan alle kanten • left and right, on all sidesgeen kant meer op kunnen • have nowhere (left) to goik sta aan jouw kant • I'm on your sideiemand aan zijn kant krijgen • win someone over to one's sidevan die kant hebben we niets te vrezen • we have nothing to fear from that quarterde liefde kan niet van één kant komen • love must be a two-sided affairdat hoor je van alle kanten • that's what you hear on all sideswantrouwen van de kant van de bevolking • distrust on the part of the public11 familie van vaders/moeders kant • relatives on one's father's/mother's sidehij is aan de kleine kant • he is on the short sidevan de verkeerde kant zijn • be of the other persuasionwij van onze kant • (we) for our partiets aan kant maken • tidy something upiets niet over zijn kant laten gaan • not take something (lying down)zich/iemand van kant maken • do oneself/someone in, do away with oneself/someone〈 informeel〉 dat klopt van geen kanten • that's all/completely wrong -
11 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
12 leven
leven1〈 het〉3 [levensduur] life, lifetime5 [morele handel en wandel] life7 [verschijnselen/werkzaamheden in een kring] life♦voorbeelden:het leven begint bij 40 • life begins at 40zijn leven geven voor zijn land • lay down one's life for one's countryvoor hun leven wordt gevreesd • there are fears for their liveszijn leven hangt aan een zijden draad(je) • his life hangs by a threadde aanslag heeft aan twee mensen het leven gekost • the attack cost the lives of two peoplezo is het leven • that's lifedat kostte hem het leven • that killed him/cost him his lifehet leven laten/erbij inschieten • lose one's lifezijn leven loopt op een eind • his end is drawing nearhet leven schenken aan • give birth toiemand het leven schenken • spare someone's lifezijn leven duur verkopen • sell one's life dearly, fight to the bitter endzijn leven wagen • risk one's lifebij leven en welzijn • if all is welliets in leven houden • keep something alivenog in leven zijn • be still alivein leven blijven • stay/keep aliveiemand naar het leven staan • be after someone's bloodom het leven komen • lose one's life, be killediemand om het leven brengen • kill someoneop gewelddadige wijze om het leven komen • meet (with) a violent deathhet leven van alle dag • everyday liferennen alsof je leven ervan afhangt • run for one's lifezijn leven niet (meer) zeker zijn • be not safe here (anymore)als je leven je lief is • if you value your lifeeen organisatie in het leven roepen • set up an organizationtekenen/schilderen naar het leven • draw/paint from life/natureuit het leven gegrepen • true to life, taken/drawn from (real) lifezijn hele verdere leven • for the rest of his lifezijn leven slijten • spend one's daysdat heb ik nog nooit van mijn leven gezien • I have never seen that in my lifevan zijn leven niet • never (in all my life)heb je van je leven! • well, I never!hij is voor zijn leven invalide • he will be an invalid for the rest of his lifevoor het leven benoemd • appointed for lifeeen lidmaatschap voor het leven • a life membershipvoor het leven getekend • marked for lifeiemand het leven zuur maken • make someone's life a miseryzijn eigen leven leiden • lead one's own life〈 figuurlijk〉 zijn eigen leven gaan leiden • lead/assume a life of its own 〈bijvoorbeeld van verhaal/gerucht〉een gemakkelijk leven hebben • have an easy lifeeen nieuw leven beginnen • turn over a new leafzijn leven beteren • mend one's wayszij heeft geen leven bij die man • that man makes her life a miseryhoe staat het leven? • how's life?een losbandig leven leiden • lead a wild life6 mijn/hun leven lang • all my life/their livesbij/tijdens zijn leven • in/during his lifetime7 het maatschappelijk/het huiselijk leven • public/private lifein het volle leven staan • be in touch with things10 een onderneming nieuw leven inblazen • breathe/inject new life into a firmleven in de brouwerij brengen • stir/liven things up, get things goinger kwam leven in de brouwerij • things were beginning to liven upiets/iemand weer tot leven brengen • bring something/someone to life again¶ een bruin leven • a good/an easy lifehij heeft ook het eeuwige leven niet • he won't last for everde bescherming van het ongeboren leven • protection of the unborn child————————leven22 [met betrekking tot zaken/voorstellingen] live (on)3 [zich voeden] live on4 [zijn dagen doorbrengen] live5 [zich gedragen] live♦voorbeelden:mens, durf te leven • come on, live a littlehij heeft niet lang meer te leven • he has not long to liveeeuwig leven • live eternallyen zij leefden nog lang en gelukkig • and they lived happily ever afterlanger leven dan iemand • outlive someonehaar ouders leven niet meer • her parents are no longer aliveleef je nog? • are you still alive?in leven en sterven • till death do us part〈 figuurlijk〉 te weinig om te leven en te veel om te sterven • hardly sufficient to keep body and soul togetherhij weet van voren niet dat hij van achteren leeft • 〈 aartsdom〉 he is not all there; 〈 de kluts kwijt〉 he's completely at sixes and sevensbij veel mensen leeft het idee … • many people still have the idea …leeft die vaas nog? • is that vase still in one piece?de kermis leeft niet meer bij de mensen • fun fairs no longer appeal to peoplewat er leeft binnen de organisatie • what is going on inside the organizationmet deze man is/valt niet te leven • you can't live with that manin angst leven • live in fearmet iemand in vrede leven • live in peace with someonewe leven toch in een vrij land? • it's a free country, isn't it?naar iets toe leven • look forward to somethingstil gaan leven • retirezij leven langs elkaar heen • they have little to say to each othergoed kunnen leven • be comfortably offzij kan er goed van leven • she can live well from itzij moet ervan leven • she has to live on ithij heeft genoeg om van te leven • he has enough to get byvan dit vak kun je niet leven • you can't make a living out of this tradeleve de koningin! • long live the Queen!deze romanpersonages leven • these characters are true to lifeweten wat er leeft onder de bevolking • know what people are thinkingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een leven leiden] live♦voorbeelden:1 een eenzaam leven leven • lead a solitary/lonely life -
13 stem
1 [vermogen geluid voort te brengen] voice2 [voortgebracht geluid] voice3 [zangpartij] part, voice4 [kiesstem] vote♦voorbeelden:goed bij stem zijn • be in good voiceniet bij stem zijn • be out of voice〈 figuurlijk〉 de stem van de natuur/het hart • the voice of nature/of one's hearthij sprak met gebroken stem • his voice broke as he spokemet gedempte stem spreken • speak in an undertoneeen hoog stemmetje • a high voicemet luide stem • out louder gaan stemmen op dat … • more and more people are saying that …, there is a growing body of (public) opinion that …zijn stem doen/laten horen • make one's voice heardhaar stem sloeg over van woede • her voice broke with angerzijn stem verdraaien • disguise one's voicezijn stem verheffen tegen • raise one's voice (in protest) against, speak out againsteen stem als een klok • a voice as clear as a bellmet algemene stemmen • by common consentde meeste stemmen gelden • the majority rulesschriftelijke stem • absentee ballotzwevende stemmen • the floating votezijn partij heeft stemmen gewonnen • his party has gained voteshij kreeg maar 100 stemmen • he got only 100 votesde stemmen staken • there is a tiede stemmen tellen • count the voteszijn stem uitbrengen • cast one's vote, votezijn stem uitbrengen op iemand • vote for someonestemmen werven • canvassde stemmen zijn verdeeld • opinions varyhij heeft de meeste stemmen • he heads the pollhij heeft de minste stemmen • he's at the bottom of the pollstem hebben in een vergadering • 〈 een stem mogen uitbrengen〉 have a vote in a meeting; 〈 mogen spreken〉 have a voice in the meetingeen stem in het kapittel hebben • have a say in the matter -
14 taak
1 [functie, opdracht] task ⇒ job, duty, 〈 verantwoordelijkheid〉 responsibility, 〈 opdracht〉 assignment2 [school(wezen)] assignment♦voorbeelden:ik heb de prettige/aangename taak om … • it is my agreeable duty to …een zware taak op zich nemen • undertake an arduous taskzijn taak aanvangen, van zijn taak ontheven zijn • assume one's duties, be relieved of one's dutieshet is niet mijn taak dat te doen • it is not my place to do thathet is uw taak/de taak van de regering • it is up to you/the governmentde officier belast met de taak om … • the officer charged with the duty of …iemand een taak opgeven/opleggen • set someone a taskeen taak verrichten • perform/discharge a task/duty, do a jobeen belangrijke taak vervullen bij (de verkiezingen) • have/play an important part in (the elections)taak volbracht • mission accomplishedhet als zijn taak zien • see it as one's task/briefzich tot taak stellen iets te doen • make it one's business to do somethingtot taak hebben • have as one's dutytot taak krijgen • be given the task (of)zich van zijn taak kwijten • discharge one's dutyniet voor zijn taak berekend zijn • be unequal to one's task -
15 achterste
I 〈 het〉1 [het achtereinde] back (part)♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 niet het achterste van zijn tong laten zien • not speak one's true mind, not lay all one's cards on the tablehet achterste voor • backwards1 [met betrekking tot plaats] back one ⇒ hindmost/rear(most) one -
16 denken
♦voorbeelden:1 het doet denken aan • it reminds one of …dit doet sterk aan omkoperij denken • this savours strongly of briberyik zat net te denken • I was just thinkingwaar zit je aan te denken? • what's on your mind?er anders over gaan denken • change one's mind (about it)denk er nog eens over • give it some more thought, think it overik denk er niet aan • I wouldn't dream of itik moet er niet aan denken • I can't bear to think about itdenk er (maar eens) om! • don't forget!ik denk er net zo over • I feel just the same about itik zal eraan denken • I'll bear it in mindnu ik eraan denk • (now I) come to think of itdenk erom dat het niet weer gebeurt • mind that it doesn't occur againeven denken, hoor • let me seehardop denken • think aloudmin denken over • take a dim view ofaan iets/iemand denken • think/be thinking of something/someoneik probeer er niet aan te denken • I try to put it out of my mindlaten we er niet meer aan denken • let's forget about itik moest er steeds maar aan denken • I couldn't get it out of my headzonder te denken aan het gevaar • without realizing the dangerdaar heb ik geen moment aan gedacht • that never (even) crossed my mind; 〈 vergeten〉 I forgot all about itjij kan alleen maar aan geld denken • all you can think of is moneydaar denken wij in de verste verte niet aan • nothing could be further from our thoughtshij dacht nooit aan zichzelf • he never thought of himselfiemand aan het denken zetten • set someone thinkingik dacht bij mezelf • I thought/said to myselfdenken in geld • think in terms of moneydenk om je hoofd • mind your headals je er goed over denkt, dan … • when one comes to think of it, (then) …er verschillend/anders over denken • take a different view (of the matter)zij denkt er nu anders over • she feels differently (now)stof tot denken geven • give (someone) food for thoughtdat had ik niet van hem gedacht • I should never have thought it of himdat geeft te denken • that makes you thinkwat denk je ervan? hoe denk je erover? • well, what do you think?ik denk er ernstig over om … • I'm seriously thinking of …¶ geen denken aan! • it's out of the question!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:zou je (dat) denken? • (do) you (really) think so?wat denk je ervan? • what do you think (about/of it)?het zijne ervan denken • have one's own ideas about itwat dacht je van een ijsje? • what would you say to an ice cream?dat dacht je maar, dat had je maar gedacht • that's what you think! 〈klemtoon op ‘you’〉ik dacht van wel/van niet • I thought it was/wasn'twie denk je wel dat je bent? • (just) who do you think you are?wat denk je (eigenlijk) wel! • who do you think you are?2 wat denk je daarmee te bereiken? • what do you hope to achieve by that?wie had dat kunnen denken • who would have thought it?u moet niet denken (dat) … • you mustn't suppose/think (that) …hij denkt te slagen • he expects to/thinks he'll passdat dacht ik al • I thought sodenk dat maar niet • don't you believe itik heb het altijd wel gedacht • I always thought soik zou denken dat • I'm inclined to think thatdacht ik het niet! • just as I thought!…, denk ik • …, I think/supposede beste arts die men zich maar kan denken • the best (possible) doctorje moet maar denken dat het slechts voor heel kort is • try to remember it is only for a short perioddat laat zich denken • I can imaginedenk eens (aan) • imagine!, just think of it!ik dacht bij mezelf dat … • I thougt/said to myself that …ik had zo gedacht … als jij morgen eens naar B. ging • I was thinking … if you went to B. tomorrow4 wat denk je nu te doen? • what do you intend to do now?III 〈wederkerend werkwoord; zich denken; met een bepaling van gesteldheid〉1 [peinzen] think (oneself), imagine♦voorbeelden:denkt u zich eens in mijn positie • put yourself in my position -
17 één deel zwavel op één deel salpeter
één deel zwavel op één deel salpeterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > één deel zwavel op één deel salpeter
-
18 afstand
2 [het afstaan/opgeven] renunciation♦voorbeelden:erg op een afstand zijn tegen iemand • be very standoffish to someone2 afstand doen van • renounce, disclaimafstand doen van de troon • abdicate, renounce the throneafstand doen van zijn bezit/vrijheid • part with one's possessions, give up one's freedomafstand doen van een kind ten gunste van de vader • cede a baby to the fatherhij heeft afstand gedaan van al zijn rechten • he has relinquished/ 〈 schriftelijk〉 signed away all his rights -
19 deels
♦voorbeelden:1 deels om die reden, deels om een andere • partly for this reason, partly for another (one)het leger bestaat deels uit vrijwilligers, deels uit dienstplichtigen • the army is part volunteers, part conscripts -
20 dood
dood1〈de〉1 [levenloosheid] death♦voorbeelden:klinische dood • clinical deathom de dooie dood niet! • no way! not on your life!2 een gewelddadige/natuurlijke dood sterven • die a violent/natural deatheen zachte/langzame dood • a gentle/slow deathaan de dood ontsnappen • escape deathdat is/wordt zijn dood • that will be the death of himde dood vinden • meet one's deathde dood nabij zijn • be close to deathmet de dood voor ogen • face to face with deathten dode (toe) opgeschreven zijn • be doomed to die, be a dead man/womaniemand ter dood veroordelen • condemn/sentence someone to deathiemand ter dood brengen • put someone to deathtot de dood ons scheidt • till death us do part————————dood23 [als versterking] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:dood of levend • dead or alivedood en begraven • dead and buriedhij was op slag dood • he died/was killed instantlymeer dood dan levend • more dead than alivezo dood als een pier • dead as a doornail, stone deadhij is op sterven na dood • he is dying: it's just a matter of time2 een dooie boel • a dull affair, a dead placeover het dode punt heen helpen • remove the deadlockdode vingers • dead fingerseen dode vulkaan • an extinct volcanoop zijn dooie gemak • at one's leisure
См. также в других словарях:
Only One Flo (Part 1) — Studio album by Flo Rida Released … Wikipedia
Only One Flo (Part 1) — Álbum de estudio de Flo Rida Publicación 30 de noviembre de 2010 Grabación 2009 2010 Género(s) Hip hop, electro hop, da … Wikipedia Español
My One Temptation, Part 2 — is the second episode of season one of the Logo (TV channel) series Noah s Arc which has become a huge hit for the brand new cable network. It is a follow up episode of My One Temptation, Part 1. It originally aired on October 19, 2005Episode… … Wikipedia
on\ one's\ part — • on one s part • on the part of one adj. phr. 1. Of or by you; of someone s. When Miss Brown said I was a good student, that was pure kindness on her part. The other team blamed their defeat on unfairness on the part of the referee. 2. See: for… … Словарь американских идиом
on one's part — or[on the part of one] {adj. phr.} 1. Of or by you; of someone s. * /When Miss Brown said I was a good student, that was pure kindness on her part./ * /The other team blamed their defeat on unfairness on the part of the referee./ 2. See: FOR ONE… … Dictionary of American idioms
on one's part — or[on the part of one] {adj. phr.} 1. Of or by you; of someone s. * /When Miss Brown said I was a good student, that was pure kindness on her part./ * /The other team blamed their defeat on unfairness on the part of the referee./ 2. See: FOR ONE… … Dictionary of American idioms
My One Temptation, Part 1 — is the pilot episode of the Logo (TV channel) series Noah s Arc which has become a huge hit for the brand new cable network. It originally aired on October 19, 2005.Episode SynopsisNoah befriends a fellow writer, who wants to spend a lot of time… … Wikipedia
for\ one's\ part — • for one s part • on one s part adv. phr. As far as you are concerned; the way you feel or think. I don t know about you, but for my part I don t want to go to that place. Compare: as for … Словарь американских идиом
do\ one's\ part — • do one s bit • do one s part v. phr. To shoulder one s share of responsibility in a communal undertaking; shirk one s obligation. Let me go home and rest, fellows, John said. I think I ve done my bit for this project … Словарь американских идиом
top one's part — (theatre) To excel in playing one s part • • • Main Entry: ↑top … Useful english dictionary
for one's part — also[on one s part] {adv. phr.} As far as you are concerned; the way you feel or think. * /I don t know about you, but for my part I don t want to go to that place./ Compare: AS FOR … Dictionary of American idioms